hellingbaan ob confrontatie

Pagina top navigatie elementen

Hellingbaan groep 3

confrontatie

Transcript

LEERKRACHT: Wat we vandaag gaan doen is een experiment.
LEERKRACHT: Ja, jullie weten wat dat is? Experiment.. Ja, wat is dat, een experiment Tijl? 
LEERLING: Dat is dat je dingen gaat doen, wat je eigenlijk nog niet weet.
LEERKRACHT: Hee dat is wel leuk! Dat heeft er wel mee te maken Tijl! We gaan voorspellen en we gaan onderzoek doen en een experiment opzetten. 

LEERKRACHT: En welke denk je, welke  knikker komt het verst? Ga maar bij de bank staan waarvan jij denkt dat die knikker het verst komt. Bij deze bank (linker bank) of die bank (rechter bank).
LEERLING: Deze (rechter bank).
LEERKRACHT: Jullie staan allemaal achter deze (rechter bank)? Jullie denken dat deze knikker het verste naar beneden rolt..
LEERLING: Oh allebei denk ik de verste.
LEERKRACHT: Waarom denk jij dat?
LEERLING: Uhm, dezelfde  knikker, dezelfde blokjes, dezelfde bankjes en even glad denk ik.

LEERKRACHT: Dan haal ik de blokjes tegelijk weg. En wat gaat er dan gebeuren?
LEERLING: Dan rollen ze weg
LEERKRACHT: Nou, ik ben heel benieuwd wat er gaat gebeuren. Jullie ook?
LEERLING: Ja.
LEERKRACHT: Drie..twee..een.. (knikkers rollen naar beneden). Wat gebeurde er?

Omschrijving

In dit fragment komen de leerlingen voor het eerst in aanraking met de term 'experiment'. Ook maken ze kennis met de hellingbaan en ervaren ze hoe ze met de hellingbaan een experiment kunnen opzetten en uitvoeren. Door zelf een grote hellingbaan te maken in de speelzaal, met banken waar kinderen zelf vanaf kunnen glijden, wordt de betrokkenheid nóg groter!
Tip: In deze lessenserie is de hellingbaan in de speelzaal gebruikt als introductie. Je zou er voor kunnen kiezen om de volledige lessenserie -met enige aanpassingen- uit te voeren met deze grote hellingbaan. Zorg er dan wel voor dat er een opstaande rand is, zodat de ballen er niet vanaf kunnen rollen. En laat kinderen experimenten uitvoeren met 2 ballen, die zoveel mogelijk van gelijke grootte en oppervlakte zijn, maar duidelijk verschillen in gewicht (bijvoorbeeld een pingpongballetje en een grote knikker). 

Wilt u ook aan de slag met de hellingbaan in uw klas? Kijk hier voor alle materialen. 

Kijkwijzer

De leerkracht start met het begrip ‘experiment’. Ze vraagt naar de voorkennis van de kinderen. De meesten hebben geen idee, maar zie je dat één leerling al best een aardig beeld heeft van het begrip ‘experiment’? Hij zegt ‘dat je dingen gaat doen, wat je eigenlijk nog niet weet!'. De leerkracht geeft de kinderen een actieve rol in deze les. Ze mogen bewegen (achter de bank staan en de bal ophalen) en worden gestimuleerd na te denken. De leerkracht stelt open vragen, stelt zich nieuwsgierig op (‘ik ben benieuwd, jullie ook?’) en vraagt door (‘waarom denk je dat?’). 

Lesfasen